zondag 10 september 2017

Sociale hygiene boek



Sociale hygiene boek

Download de samenvatting SVH sociale hygiene indien je veel tijd wilt besparen met het doornemen van het sociale hygiene boek.

Ondernemerschap

In dit hoofdstuk worden relevant zaken voor een leidinggevende in een horecabedrijf beschreven. Je leert aan de hand van de 6 p’s, een bedrijfsformule te maken. Vervolgens leer je het “product” te verbeteren met behulp van de gastvrijheidsformule.
Voor een beginnend onderneming in de horeca is het van belang te weten wat voor soorten bedrijven er zijn en welke doelgroepen er zijn. De ondernemer stemt de bedrijfsformule en gastvrijheidsformule af op de doelgroep waar hij zich op richt.
Inleiding
Een horecabedrijf die alcoholhoudende dranken wilt serveren dient een drank- en horeca vergunning bij de gemeente aan te vragen. In de drank- en horeca wet zijn een aantal vereiste gesteld waaraan de eigenaar en eventueel leidinggevende dienen te voldoen.
1) Een leidinggevende van horecabedrijven die alcoholische dranken verkopen moeten voldoen aan de eisen van Sociale Hygiëne. Dus in het bezit te zijn van het diploma sociale hygiëne.
2) Tenminste 21 jaar oud zijn.
3) Een leidinggevende mag niet onder curatele staan en niet zijn ontzet uit de ouderlijke macht of voogdij.
4) Een leidinggevende mag niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn (dit wordt gecontroleerd via een antecedentenonderzoek).
Er dient altijd tenminste één leidinggevende aanwezig te zijn (in het bezit van het diploma sociale hygiëne) tijdens de openingstijden van het horecabedrijf. Als er geen alcoholhoudende dranken worden geschonken in een horecabedrijf is een diploma Sociale Hygiëne niet nodig.

Bedrijfsformule (6p’s) en de gastvrijheidsformule

De bedrijfsformule bestaat uit de 6 p’s:
Plaats, product, prijs, personeel, presentatie en promotie.
Met deze 6 p’s (bedrijfsformule) bepaal je hoe het bedrijf die jij als ondernemer opricht in de markt te plaatsen.


Plaats


Er spelen verschillende factoren een rol bij het bepalen van de plaats waar het bedrijf zich vestigt.
De vragen die je hierbij kunt stellen zijn:
Moet het bedrijf zich vestigen in een druk centrum? Moet er parkeergelegenheid zijn? Zijn er concurrenten in de buurt gevestigd? Is het bedrijf met het openbaar vervoer (makkelijk) bereikbaar?
Afhankelijk van het doelgroep en type bedrijf zal je deze vragen kunnen beantwoord. De keuze zal voor- en nadelen hebben. Vestig je de onderneming in het centrum dan zal de klant bijvoorbeeld lastiger kunnen parkeren. Dit is bijvoorbeeld voor een bouwmarkt niet gunstig. Daarnaast zal het vestigen in het centrum vaak ook een hogere huur tot gevolg hebben.


Product


Het product gaat over dat wat je aanbiedt aan je klanten. Dit is niet alleen wat je fysiek aan de klant geeft maar heeft ook betrekking op het service niveau dat je aanbiedt. Bijvoorbeeld een eetgelegenheid kan je service bieden door de klanten met een serveerster te bedienen maar je zou ook de keuze kunnen maken voor het afhalen van het eten bij een centraal punt, denk bijvoorbeeld aan Mc Donalds. Het product dat je verkoopt heeft te maken met het assortiment. Biedt je veel verschillende producten aan of juist een beperkt aantal.


Prijs


Je prijs die je voor het product gaat rekenen zal je moeten afstemmen met je doelgroep en met de kwaliteit van het product. Deze prijs zal de kosten van het bedrijf moet worden berekend, dit over de huur, energierekening, salaris voor het personeel en de inkoop van het product. Een te lage prijs kan de klanten afschrikken, doordat ze het idee krijgen dat er slechte kwaliteit geleverd wordt of juist omdat de klant er veel voor wil betalen, denk hierbij aan een product als parfum. Hier speelt de exclusiviteit een belangrijke rol.
Personeel
Het personeel bepaald het succes van de onderneming. Bij het afstemmen van je personeel met je onderneming moet je denken aan het opleidingsniveau, formeel aanspreken van klanten, uitstraling van de medewerker, werkhouding. Een medewerker die de klant niet vrolijk en respectvol benaderd zal ervoor zorgen dat je klanten kwijtraakt.


Presentatie


De presentatie gaat over de uitstraling van de winkel. Dit is zowel het interieur als exterieur. Verkoop je de goedkoperen producten dan zal de inrichting van de winkel eenvoudig zijn, denk aan de Aldi waar de producten op pallets worden gepresenteerd. In een onderneming met goedkopere producten worden vaak felle gele, rode en blauwe kleuren gebruikt in bijvoorbeeld het logo.
Gaat het om een exclusief product dan is een mooie voorgevel van het bedrijfspand noodzakelijk. Daarnaast zal het interieur er mooi en fris uit moeten zien. Het product zal op bijvoorbeeld een vitrine gepresenteerd kunnen worden om de kwaliteit van het product te benadrukken.


Promotie


Promotie gaat over de wijze waarop gecommuniceerd wordt met de doelgroep. De ondernemer zal de juist middelen moeten inzetten om zijn doelgroep te bereiken. Bestaat de doelgroep uit studenten dan kan er gekozen worden om via Facebook te adverteren. Is de doelgroep de 65 plusser dan zal er eerder promotie voor het product gemaakt worden via een huis-aan-huis blad.
Behalve reclame maken gaat promotie ook om zaken als activiteiten organiseren, after-sales of sponsoren.
Nadat je als ondernemer met de 6p’s je bedrijfsformule hebt samengesteld dient dit deze bedrijfsformule afgestemd te worden met de gastvrijheidsformule.
De gastvrijheidsformule bestaat uit de volgende drie onderdelen:
1) Het product: goederen en diensten
2) Het gedrag van medewerkers en de gasten
3) De sfeer binnen de onderneming en de presentatie
De gastvrijheidsformule hangt nauw samen met de bedrijfsformule, en dient op elkaar afgestemd te zijn.

Doelgroepen

Een doelgroep is een groep van mensen die dezelfde kenmerken bezitten. Een doelgroep heeft bepaalde “behoeften” waar je als ondernemer om in kan spelen. We zullen een aantal doelgroepen doornemen.
Ouders met kinderen
Deze doelgroep heeft de behoefte aan een omgeving waar kinderen gewenst zijn. Dit kan blijken uit een speelhoek of uit producten voor kinderen, zoals speelgoed of een kindermenu in een restaurant.
Senioren
De doelgroep is groeiende in Nederland (vergrijzing). De doelgroep heeft behoefte aan kwaliteit en comfort. Er dient extra aandacht te worden besteed aan een senior en er wordt een formelere omgangsvorm verwacht.
Scholieren
Een doelgroep met minder geld te besteden. De scholier heeft behoefte aan muziek. Een scholier wil niet dat er op hem gelet wordt en dat hij zich aan strikte regels moet houden.
Zakenmensen
Een doelgroep die meer te besteden heeften vaak van de horeca gebruik maakt voor zakelijk afspraken. Er is behoefte aan een rustig omgeving en personeel die niet om de 10 minuten vraagt of er nog wat ingeschonken mag worden. Daarnaast hebben zakenmensen weinig tijd en willen daarom ook snel geholpen worden.
Tweeverdieners
Deze doelgroep heeft meer te besteden en hebben meer behoefte aan luxe. De horeca wordt gebruikt om sociale contracten te onderhouden en ook om ’s avonds na het werk te gaan eten, doordat er minder tijd is om thuis te koken.
Studenten
Studenten hebben vaak nog weinig contacten opgedaan in hun omgeving. De student zoekt gezelligheid buiten de deur. Dit gaat samen met de nodige drankjes en gezelligheid. Het opzoeken van grenzen en luidruchtig zijn is kenmerkend voor deze doelgroep.
Toeristen
De toerist heeft de behoefte om de lokale drankjes en hapjes te proeven. Het is belangrijk om goed te kunnen omgaan met de cultuurverschillen en het is belangrijk om de taal van de toerist te spreken. Personeel met Engelse, Duitse of bijvoorbeeld Spaanse talenkennis is een absolute toegevoegde waarde.

Bedrijfssoorten

Horeca betekent: Hotel, restaurant en café. De horeca is onder te verdelen in drie groepen.
1) Logiesverstrekkende bedrijven
2) Voedselverstrekkende bedrijven
3) Drankenverstrekkende bedrijven


1) Logiesverstrekkende bedrijven


Dit kan zijn een hotel, jeugdherbergen of pensions waar één of meerdere nachten verbleven kan worden. Er zijn verschillende soorten denkbaar. Kleine grote of sobere en luxe verblijfsplaatsen.

2) Voedselverstrekkende bedrijven


Dit zijn bedrijven die maaltijden serveert. Dit is zowel eten als drinken. De verschillen zijn enorm en zijn afgestemd op de doelgroep van het voedselverstrekkende bedrijf. Voorbeelden zijn: snackbars, pizzeria, chineesrestaurant, bistro of het wegrestaurant.
Menu restaurant kenmerkt zich door een beperkt aantal gerechten op de kaart. De keuken is hierdoor eenvoudig.
Een luxe restaurant kenmerkt zich door bediening met vergaande product kennis. Er wordt een hoge service geboden en een belangrijk element is bijvoorbeeld de wijnkaart. Een luxerestaurant is een stuk duurder veroorzaakt door de kwalitatief betere producten en hogere servicegraad.
Een fastfoodrestaurant richt zich op een doelgroep die snel en betaalbaar wil eten. Vaak is er een afhaalbalie.

3) Drankverstrekkende bedrijven


Drankverstrekkende bedrijven zijn te scheiden in twee groepen.
  •  Voor gebruik ter plaatse
  •  Voor thuisgebruik
Gebruik ter plaatse:
Dit kan zijn een café, bar, discotheek, nachtclub, buurthuis of sportkantine.


Voor thuisgebruik:
Een slijterij dient een vergunning voor de verkoop van sterk alcoholhoudende dranken te bezitten.
Er worden in een slijterij de gedistilleerde dranken verkocht zoals jenever, whiskey en likeur.
Ook worden er zwak alcoholische dranken verkocht: Wijn, bier, port, sherry of vermouth. De zwakalcoholische dranken bevatten maximaal 15% alcohol.
Zwak alcoholische dranken = minder dan 15% alcohol
Gedistilleerde dranken = meer dan 15% alcohol
Voor de verkoop van alcoholische dranken is het SVH diploma sociale hygiëne vereist. Er dient altijd tenminste een medewerker in de onderneming aanwezig te zijn.
De slijterij ondervindt veel concurrentie van verkooppunten van zwak alcoholische dranken zoals een warenhuis of supermarkt. Door een hogere service of verkoop van bijproducten kan een slijterij zich onderscheiden. Bijproducten kunnen bijvoorbeeld een geschenkpakket of boeken over wijn zijn.

Slijterijen

De gastvrijheidsformule wordt bij slijterijen winkelformule genoemd. De winkelformule wordt gevormd door de p’s. Bij slijterijen zijn dit 7p’s in plaats van de 6p’s. De winkelformule heeft ‘fysieke distributie’ (vroeg schreef men dit als ‘physieke distributie’) als extra P.
De fysieke distributie betekent de manier waarop de slijterij het product aan de klant aanbiedt. We beschrijven nu de verschillende ‘manieren’.

Zelfstandige slijters

Een zelfstandig slijter bepaald zelf waar hij inkoopt en op welke manier hij het product verkoopt. De P’s kunnen naar eigen inzicht ingevuld worden. Het nadeel van een zelfstandig slijter is dat er relatief veel concurrentie in de markt aanwezig is, door bijvoorbeeld supermarkten of de ketenslijterijen.

Inkoopcombinaties

Een inkoopcombinatie is een samenwerkingsverband van zelfstandige slijterijen. Vaak wordt gekozen voor dezelfde naam en kortingsacties. Door een assortiment met elkaar af te stemmen kan er goedkoper ingekocht worden.

Slijterijketens

Vestigingen vaak over het hele land verspreid met dezelfde winkelformule en naam. De bedrijfsleider is in loondienst van het bedrijf.

Franchiseformule

Een winkelformule die zijn kracht vaak al bewezen heeft. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de Mitra of Gall&Gall. De ondernemer heeft zijn eigen vestiging en heeft de kans op winst maken maar ook het risico op verlies draaien. Er zijn regels door de franchisegever opgesteld waaraan de ondernemer zich dient te houden. Dit is bijvoorbeeld het assortiment, kleur gebruik in de winkel, kennis van producten, klachtenafhandeling etc.
De ondernemer koopt de goederen in bij de franchiseformule en betaald vaak ook nog een ‘franchisefee’.

Speciaal zaken

Speciaal zaken zoals bierspeciaal of wijnspeciaalzaken. Er is een hogere deskundigheid aanwezig, zoals de vinoloog (wijndeskundige). Vaak heeft dit een hogere prijs voor het product tot gevolg.

Leidinggeven

De leidinggevende van een horecabedrijf dient toe te zien op de naleving van de arbeidsomstandighedenwet
De wet die toeziet op de veiligheid, gezondheid en welzijn van de medewerkers

Veiligheid

Veilig werken door de medewerkers ter voorkoming van lichamelijk letsel.

Gezondheid

De omgeving waar gewerkt wordt moet gezond zijn. (ventileren, voldoende licht etc.)
Bij veel geluidsoverlast dient de leidinggevende ervoor te zorgen dat alle medewerkers gehoorbescherming draagt.

Welzijn

De werkgever is verantwoordelijk voor het welzijn van medewerkers. Dit betekent onder andere scholing, goede begeleiding, duidelijke taken en verantwoordelijkheden.